Vincent van Gogh
30 maart 1853 — 29 juli 1890
Onder Hollandse schilders wordt Van Gogh, een postimpressionist, algemeen beschouwd als de beste na Rembrandt. Er zijn talloze meesterwerken van zijn hand, zoals De aardappeleters, Sterrennacht boven de Rhône, l'Arlésienne en diverse schilderijen van zonnebloemen.
Hij werd geboren in Zundert, Nederland, en was de zoon van een predikant. Op zijn 16e werd hij leerling bij de kunsthandel Goupil & Co. Eerst werkte hij in het Haagse filiaal en later in die in Londen en Parijs. Na twaalf ambachten en dertien ongelukken kreeg hij uiteindelijk religieuze neigingen. In 1879 was hij predikant voor de armen van de Borinage, een Belgisch mijndistrict, tot hij na een conflict met de kerkelijke autoriteiten werd ontslagen. In de diepste wanhoop zocht hij troost in schilderen. Van 1880 tot aan zijn zelfmoord 10 jaar later maakte hij honderden aquarellen, olieverfschilderijen en schetsen. Helaas heeft hij maar éénmaal meegemaakt dat een doek werd verkocht: De rode wijnrank. Hij leefde op een toelage van de hem zeer toegedane broer Theo. Vincents schitterende ideeën waren wellicht te onorthodox voor zijn tijd.
Hij onderhield zijn leven lang een sterke band met zijn broer, en correspondeerde regelmatig via brieven aan hem. Wie deze brievenverzameling begint te lezen, krijgt onmiddellijk het bijna beklemmende gevoel volledig in de huid van Vincent van Gogh te kunnen kruipen. Hij leverde gedetailleerd commentaar op zijn eigen artistieke ontwikkeling en kon eindeloos zeuren, op het drammerige af, over dagelijkse, aardse aangelegenheden, zoals zijn lichamelijke kwalen en zijn voortdurende gebrek aan geld. En hij schreef over zijn verlangens, ontmoetingen en mislukte huwelijksaanzoeken.
In 1886 vertrok hij naar Parijs, waar hij vriendschap sloot met kunstenaars als Toulouse-Lautrec en Paul Gauguin. De relatie tussen Vincent en Theo, die ook in Parijs woonde, kwam enige tijd onder druk te staan toen bleek dat Vincent voortdurend met Jan en alleman ruzie maakte. Pas tegen het eind van Vincents verblijf knapte de relatie weer op en kregen de broers weer een zeer innige band. Ook gedurende deze periode werkte Vincent onvermoeibaar hard, ten koste van zijn gezondheid.
Het Parijse leven was erg druk voor de zwakker wordende Van Gogh, en vaak ook grauw en koud. Hij was 34 jaar oud toen hij Parijs verliet in februari 1888. Hij ging naar Arles in het zuiden van Frankrijk in de Camargue. Het was er echter al even koud: het vroor er en er lag sneeuw. In mei 1888 betrok Van Gogh vier kamers in een huurhuis (het "gele huis"), in het rechterdeel van een huis aan de Place Lamartine in Arles. Tegen het einde van 1888 woonde en werkte hij samen met Gauguin in Arles, in het zuiden van Frankrijk. Ofschoon het duo enorm veel produceerde pasten ze qua temperament niet bij elkaar, en hun haat-liefde verhouding eindigde regelmatig in een gevecht. Onder de Franse zuiderzon maakte Van Gogh zijn opzienbarendste werken in een koortsachtig tempo, soms meerdere op een dag. Het werden echter zijn laatste twee levensjaren, met dramatische crises. Hij werd gekweld door, wat hijzelf noemde, "de stem van de verschrikkelijke luciditeit". Hij behaalde in die periode zijn grootste artistieke triomfen door de intense weergave van het licht van het zuiden in door hitte geteisterde doeken. Zijn beroemdste werken dateren uit deze periode. Het is een hoogtepunt in zijn korte loopbaan. De Twaalf zonnebloemen in een vaas (augustus 1888) werd een der populairste schilderijen in de kunstgeschiedenis. Op 23 oktober 1888 kwam Paul Gauguin bij hem logeren, maar nauwelijks twee maanden later volgde de breuk, tijdens een hoog oplopende ruzie over de plaatselijke cafébazin. Beiden waren verliefd op haar zodat ze haar al vele malen geschilderd hadden.
Van Gogh had regelmatig aanvallen van waanzin. Zo heeft hij eens in deze periode zelf een stuk van zijn oor afgesneden, mogelijk als reactie op de tinnitus waaraan hij leed. Vervolgens zou Van Gogh zijn oor aan een prostituee hebben gegeven en terug naar huis zijn gegaan. Lange tijd werd gedacht dat Van Gogh alleen zijn oorlel afsneed, maar waarschijnlijker is dat hij zijn hele oorschelp had afgesneden.
In januari 1889 was Van Gogh hersteld en ging hij opnieuw driftig aan het werk met verschillende versies van La Berceuse, waarvoor Madame Roulin model stond. Verder schilderde hij nieuwe variaties Zonnebloemen. De buurtbewoners maakten zich echter zorgen om de "vagebond" in het gele huis.
In 1889 liet hij zich vrijwillig opnemen in een instelling. Er werd een klein atelier ingericht, waarin hij kon schilderen tijdens de steeds zeldzamer momenten zonder zenuwcrisis. In dat jaar maakte hij hier ongeveer 150 schilderijen. Het was de tijd van de Irissen, de Seringen, gele korenvelden, olijfbomen en cipressen.
De zenuwinzinkingen volgden elkaar op. Tijdens een crisis in augustus 1889 had hij giftige verf ingeslikt. Toch bleef Van Gogh doorwerken, zij het in deze korte periode uitsluitend met tekeningen.
Algemeen wordt aangenomen dat Van Gogh zichzelf op 27 juli 1890, 37 jaar oud, in de borst schoot met een revolver. Hij wilde zich door het hart schieten, maar maakte een klassieke fout door te denken dat het hart zich ter hoogte van de linker tepel bevindt. Daardoor stierf hij pas op 29 juli aan inwendige bloedingen, met Theo aan zijn zijde. Vast staat wel, dat Van Gogh in de dagen die verliepen tussen zijn verwonding en overlijden, de hoop heeft uitgesproken dat de kogel zou worden verwijderd. De plaatselijke artsen waren geen chirurgen en durfden de kogel niet uit zijn buik te verwijderen. Dat werd Vincent fataal: hij overleed aan een wondinfectie, niet aan inwendige beschadiging van organen. Een half jaar later overleed ook Theo.
Liefdeleven
Omdat hij zijn hele leven lang geen blijvend vrouwelijk gezelschap kon vinden, stortte hij regelmatig in, en mogelijk heeft het ook bijgedragen aan zijn zelfmoord.
Er blijven vooral veel vragen open, waarover tot op de dag van vandaag in kunsthistorische kringen wordt gespeculeerd en gekibbeld. Onenigheid bestaat bijvoorbeeld over de kwestie wie de eerste liefde van Vincent van Gogh zou zijn geweest. Ook heersen verschillende opvattingen over Vincent van Gogh als man op zoek naar liefde en erkenning. Volgens sommigen zou hij een typisch product zijn geweest van de Victoriaanse seksuele moraal van zijn tijd: een paradoxale mengeling van enerzijds een door religie beheerste kuisheid, die zich uitte in een moeizame, gewetensvolle, ondoorgrondelijke benadering van vrouwen ‘als hogere wezens’, en anderzijds een bijna perfide, onblusbare drang naar seks, die een uitweg vond in frequente bezoeken aan de lokalen van prostituees. Voor jongens uit de gegoede burgerij was dat een doodnormale aangelegenheid, die zeer openlijk plaatsvond. Volgens de opvatting van die dagen was het immers «onhygiënisch» om zaad zich te laten «ophopen» in het lichaam.
Volgens anderen daarentegen zou Vincent Van Gogh überhaupt niet bij machte zijn geweest relaties met mensen aan te gaan, laat staan met vrouwen. Zijn onvermogen tot een bestendige verhouding had dus minder te maken met de tijdgeest dan met zijn stille, in zichzelf gekeerde karakter, dat hem in de weg zat bij elke subtiele toenadering tot de andere sekse. Zijn gevoelens hield Van Gogh lang verborgen voor anderen, en als hij er dan uiteindelijk mee voor de dag kwam, was zijn verliefdheid zo onstuimig en dwingend dat hij de vrouw en haar omgeving van zich afstootte. Toen hij nog jong was, gaf hij aan zielsgraag een gezin te willen stichten. Dat verlangen zou hij ten slotte hebben opgegeven nadat vele teleurstellende pogingen hem ervan hadden overtuigd dat hij niet geschikt was voor de liefde.
Wie zijn de vrouwen van Vincent? Hij viel op zijn modellen, heel gewone vrouwen, zoals boerinnen die hij leerde kennen bij zijn schilderwerk in het veld en prostituees die hij ontmoette tijdens zijn ‘hygiënische daad’. Ook raakte Van Gogh verslingerd aan dames van zijn eigen stand. Alle relaties liepen uit op een drama.
Een van Van Goghs eerste aanvallen van depressie vond plaats in 1874 nadat hij was afgewezen door Ursula Loyer, de dochter van zijn hospita. Maanden verborg hij zijn gevoelens terwijl hij werkte voor de Goupil Galerij in Londen, maar plotseling ontplofte hij en stamelde zijn liefde uit voor een geschokt en walgend jong meisje. Hij herhaalde deze voorstelling met een ander meisje, zijn nicht die pas weduwe was geworden, Kee Stricker Vos, die het huis van Van Gogh in Etten bezocht. Nogmaals verborg hij zijn gevoelens tot die losbarstten in een smeekbede hem te trouwen. ‘Nee! Nooit, nooit!’ antwoordde Kee, die prompt terugging naar haar ouders in Amsterdam. Ditmaal gaf Van Gogh het niet zo gemakkelijk op. Met geleend geld ging hij op jacht in Amsterdam, waar hij binnendrong in het huis van de Strickers die net dineerden. Toen hij werd aangekondigd vluchtte Kee naar buiten voor hij met haar kon praten. De Strickers probeerden beleefd te zijn, maar Van Gogh weigerde weg te gaan tot hij zijn geliefde had gezien. Bij zijn derde bezoek stak hij zijn hand in een brandende olielamp en zwoer dat hij hem daar zou houden tot Kee verscheen. Nu nog meer vastbesloten dan ooit om deze duidelijke gek van hun dochter weg ie houden zeiden de Strickers hem zonder omwegen dat hij geen schijn van kans had.
In deze tijd was Van Gogh seksueel gefrustreerd. ‘Ik moet en zal een vrouw hebben, anders bevries of versteen ik’ klaagde hij eens. Toen hij door de straten zwierf merkte hij dat hij van prostituées hield, omdat die ‘als zusters en vrienden’ voor hem waren, uitgestoten net als hij. Zij zouden hem niet wegsturen. Van Gogh gaf de voorkeur aan verwelkte, wat oudere prostituées die hij kon verzorgen. Twee maanden later trof Vincent van Gogh op straat in Den Haag inderdaad zon type vrouw: de deerniswekkende, lelijke, pokdalige, broodmagere (en zwangere) prostituee Sien Hoornink. Aan Theo: ”Ik heb een minder hartstochtelijk gevoel voor haar dan voor Kee Vos, maar een liefde zoals Christien is het enige waar ik nog vatbaar voor ben (…) Zij en ik zijn twee ongelukkigen, die elkaar gezelschap houden en een last dragen en juist daardoor wordt het ongeluk in geluk veranderd en het ondragelijke dragelijk’. Zij en haar 5-jarige dochtertje kwamen bij hem wonen en spoedig gaf ze Van Gogh een zoon, Willem, die hij zeer liefhad. Tot diepe schaamte van zijn familie woonde Vincent meer dan een jaar samen met Sien en overwoog hij met haar te trouwen. Als tegenprestatie poseerde Sien voor hem (zij is het gehurkte naakt op de litho ‘Droefenis’) en bezorgde ze hem gonorroea, waardoor hij meer dan drie weken in een ziekenhuisbed belandde. Het deed hem echter weinig, want hij vond dat de smarten van haar baring een veel grotere last waren. De idylle liep evenwel af toen hij Sien in haar ware gedaante zag. Ze was slonzig, een haaibaai en meestal dronken. Van dat moment af noemde hij nooit meer haar naam, maar sprak hij over haar als ‘de vrouw waarmee ik samenwoon,’ of gewoon ‘die vrouw.’ Toen ze weer ging tippelen verloor Van Gogh zijn ‘gezin’ en verliet hij Den Haag.
In 1884 had Van Gogh een relatie zoals hij nog nooit had gekend. Ditmaal was het een vrouw die op hém joeg: Margot Begemann, zijn buurvrouw in Nuenen, een onaantrekkelijke, seksueel gefrustreerde 41-jarige oude vrijster! Zij zag in de kunstenaar een laatste kans op een huwelijk. Van Gogh vergeleek haar met een Cremona-viool die door onbekwame vaklieden was vermangeld. Toch stemde hij erin toe met haar te trouwen, uit medelijden of oprechte genegenheid, wie zal het zeggen. Toen haar ouders het huwelijk verboden reageerde Margot door strychnine te slikken. Vincent, net op tijd, dwong haar het spul uit te braken. Het huwelijk vond nimmer plaats.
In 1887 vertrouwde Van Gogh zijn zuster toe dat hij nu een reeks van betekenisloze affaires had ‘waar ik doorgaans beschadigd en beschaamd en met weinig meer uit te voorschijn kom.’ Hij bezocht Parijse bordelen met vrienden als Toulouse-Lautrec, had een verhouding met een vrouwelijke café-eigenares en zou ook iets met een 19-jarige jongen hebben gehad. Van tijd tot tijd kreeg hij een geslachtsziekte en beklaagde zich dan over zijn toenemende impotentie.
Van Gogh somde zijn bevindingen op deerniswekkende wijze op toen hij schreef: ‘Schilderen en neuken gaan niet samen: de hersens worden er week van. Als we in ons werk werkelijk potente mannen willen zijn, dan moeten we er soms in berusten dat we zelf niet te veel neuken.”
”Een kunstenaar werkt niet alleen met verf, maar ook met een gebroken hart”, schreef Vincent van Gogh aan zijn broer Theo. Het is typerend voor zijn wanhopige liefdesleven, dat wordt gekenmerkt door mislukte relaties, liefdesverdriet en eenzaamheid.
Astrologische observaties
Van Gogh was geen gemakkelijke man, en hij heeft ook geen gemakkelijke horoscoop. Het eerste wat de meeste mensen zal opvallen als ze naar zijn horoscoop tekening kijken zijn alle disharmonische aspecten tussen enerzijds de Maan en Jupiter in Boogschutter, en anderzijds Venus en Mars in Vissen.
Allereerst vertelt een Maan/Jupiter combinatie in Boogschutter iets over de religieuze achtergrond van het gezin waar hij geboren werd, en het geeft ook weer dat hij zelf een roeping voelde om predikant te zijn. Zowel het teken Boogschutter als de planeet Jupiter worden geassocieerd met religie, morele leefregels en godsdienstige wereldbeschouwingen.
De Maan staat verder in het vuurteken Boogschutter, en de Zon in het vuurteken Ram – een combinatie die duidt op grote impulsiviteit, snel boos worden, regelmatig geïrriteerd zijn, gevoelens die plotseling heftig opvlammen, maar ook iemand die hard kan werken. Het vierkant tussen Maan en Mars is ook een versterking van de neiging om snel boos te worden, en ongeduldig te zijn.
Verder worden zowel het teken Boogschutter als de planeet Jupiter in verband gebracht met reizen naar het buitenland – en waar de Maan staat voor je eigen huis, is het al snel “wonen in het buitenland”.
De invloed van Jupiter is ook altijd groter makend – en met een Maan in Boogschutter kan het dus ook het licht ontvlambare gemoed aanduiden; iemand die grote stemmingswisselingen heeft. En Jupiter in disharmonisch aspect met Mars geeft iemand aan die heel snel en heel gemakkelijk boos kan worden, verontwaardigd vooral.
En als laatste; de Maan en Jupiter in het zesde huis betekent ook dat er veel aandacht is voor kwaaltjes en allerlei lichamelijke ongemakken. Zeker met een Ascendant Kreeft er bij kan dat leiden tot veel zeuren en klagen over ditjes en datjes.
Kijken we naar de conjunctie van Venus en Mars in Vissen dan gelden de twee belangrijkste dingen die bij de bespreking van die combinatie al noemden; een grote mate van artisticiteit (wat in het teken imaginatieve teken Vissen aanzienlijk versterkt wordt), en een sterke belangstelling voor seksualiteit en intimiteit. Iets wat alleen maar sterker wordt met Zon en Maan in vuurtekens.
Als zowel Mars als Venus in Vissen staan kan dat er ook toe leiden dat er voor vrouwen maar twee mogelijkheden worden gezien, namelijk hoer of engel, gevallen vrouw of juist zeer verheven, volkomen verdorven of bijna heilig, enzovoorts. Ook is er een associatie met de zelfkant van het leven, met slachtofferschap en onmachtig zijn. Iemand die zowel Mars als Venus in Vissen heeft staan kan ook grote moeite hebben om een realistisch beeld van de seksuele partner te hebben – idealisering en ontgoocheling gaan dan hand in hand.
Al met al is het vierkant tussen Maan/Jupiter in Boogschutter en Venus/Mars in Vissen een sterke aanwijzing dat relaties met vrouwen moeizaam zullen verlopen door een te grote impulsiviteit, boosheid, onbesuisde acties en onbeheerste reacties aan de ene kant, en gebrek aan onderscheidingsvermogen en realiteitszin aan de andere kant.
Maar toch is dat, vanuit de astrologie gezien, niet de belangrijkste reden dat Vincent vaak zoveel moeite had met het leven in het algemeen.
Het is niet gemakkelijk te zien, maar in deze horoscoop staan er diverse planeten, waaronder ook de Zon zelf, ongeaspecteerd, dat wil zeggen, niet verbonden met andere planeten. Het effect daarvan is tweeledig. Ze kunnen veel moeilijker in de psyché worden geïntegreerd, en ze neigen er toe helemaal aan, of helemaal uit te staan. Met andere woorden, een ongeaspecteerde planeet uit zich vaak behoorlijk extreem.
Nu komen ongeaspecteerde planeten niet zo heel vaak voor – en dat er meerdere planeten geen aspecten met anderen maken is echt wel heel zeldzaam. Toch is dat hier het geval. De Zon, Saturnus, Uranus en Neptunus en Pluto staan allemaal of wel ongeaspecteerd, of maken hooguit een heel zwakke verbinding met andere planeten in de horoscoop. Dat betekent “in de praktijk” dat er veel onbeheersbare krachten in iemand omwoelen.
Daarbij is een ongeaspecteerde Zon misschien nog wel het meest problematisch, omdat juist die staat voor het vermogen om allerlei ervaringen te integreren, de psychologische eenheid te bewerkstelligen, alle verschillende gevoelens, wensen en waarden tot één geheel te maken. De Zon is het vermogen om eenheid van persoon te ervaren, hoe veel verschillende dingen je ook doet en meemaakt.
Het geeft ook iets unieks aan de creatieve zelfexpressie – een ander belangrijk thema van de Zon. En dat gold natuurlijk zeker voor Vincent van Gogh. Nu valt met alleen de horoscoop niet vast te stellen dat het zo’n enorm hoog niveau, en zo’n verbluffende kwaliteit had. Er zijn ongetwijfeld veel mensen met een ongeaspecteerde Zon waar niemand verder ooit iets van heeft gehoord. Het zijn vaak namelijk vaak een beetje stuurloze levens; er is geen kapitein op het schip. (Een sterke Mars kan zoiets wel aardig compenseren overigens).
Die Zon, zo sterk in het teken Ram en het tiende huis, is ook heerser van het derde huis (broers en zusters). Het biedt een mogelijke (astrologische) verklaring voor de sterke band tussen Vincent en Theo. Mogelijk dat zijn broer voor een deel de rol speelde die normaliter door de Zon wordt aangegeven; degene die bijstuurt en ondersteuning biedt.